Home

Algemeen

Inleiding
De gemeentelijke financiën blijven onder druk staan. Dat komt mede door de decentralisaties van taken van het Rijk, waarbij niet altijd de passende budgetten worden geleverd. Daarnaast zorgt de oorlog tussen Oekraïne en Rusland voor een enorme inflatie en prijsstijgingen die voelbaar zijn bij iedereen, waarbij niemand weet in welke mate we gecompenseerd worden door het Rijk. Deze onzekerheid maakt het ook voor ons lastig om rust te creëren in onze financiën.

Ondanks alle ontwikkelingen waarop Lisse geen directe invloed op kan uitoefenen, willen we meer grip en regie te krijgen op het meerjarig financieel beeld. Daarom zijn we na de Programmabegroting 2021-2024 gestart met toekomstbestendig begroten. In december 2021 hebben we de notitie 'Toekomstbestendig begroten' vastgesteld om ook in de toekomst tot structureel sluitende begrotingen te komen en onze financiële positie te verbeteren. Verder hebben we een buffer opgenomen in onze begroting om onze financiële positie weerbaarder te maken en iets minder afhankelijk van ontwikkelingen buiten onze macht.

Maar we zijn er nog niet. Deze programmabegroting laat een structureel tekort zien, dat nog omgebogen moet worden naar een positief structureel saldo. Zoals aangegeven leggen we deze voorstellen aan u voor via een apart document: de '2e Begrotingswijziging 2023'.

Van Kadernota naar Programmabegroting

De Programmabegroting 2023-2026 is stap voor stap tot stand gekomen. In dit hoofdstuk beschrijven we dit proces en de genomen stappen aan de hand van onderstaande tabel.

De Kadernota 2023-2026, die is vastgesteld op 7 juli 2022, vormt het uitgangspunt voor deze begroting. De autonome ontwikkelingen, zoals de begrotingsuitgangspunten en tussentijdse wijzigingen uit separate raadsbesluiten, hebben we in de programmabegroting verwerkt. Ook zijn er een aantal nieuwe wijzigingen ten opzichte van de Kadernota 2023-2026 meegenomen, waaronder de uitkomsten van de Meicirculaire 2022.

Ambities vanuit het raadsakkoord
De vertaling van het raadsakkoord, die wordt verwerkt in de '1e Begrotingswijziging 2023', komt dus nog niet terug in deze programmabegroting. Wel houden we in deze begroting rekening gehouden met structureel € 520.000 per jaar voor de ambities uit het raadsakkoord. We verwachten dat deze reservering voor 2023 voldoende is. Daarnaast stellen we voor een bedrag van € 2,0 miljoen beschikbaar te stellen voor de gehele periode uit de algemene reserve voor de uitvoering van het raadsakkoord. Het onttrekken van de daadwerkelijk benodigde bedragen worden pas begroot als een opdracht wordt uitgewerkt.

Dekking kapitaalslasten uit reserves
Bij de Kadernota 2023 hebben we toegezegd dat we in kaart brengen welk ingroeimodel passend zou zijn om de kapitaalslasten van accommodatiebeleid niet meer te dekken uit de reserve accommodatiebeleid. Dit heeft tot voordeel dat het simpeler in de administratie verwerkt kan worden en de ontwikkeling van de kapitaalslasten beter zichtbaar wordt. In de periode tussen de Kadernota 2023-2026 en het opstellen van de Begroting 2023 heeft de focus gelegen op het structureel sluitend maken van de begroting. Bij de Kadernota 2024 willen we de volgende stap zetten.

 Bedragen x € 1.000, - is een nadeel

2023

2024

2025

2026

Saldo Kadernota 2023-2026

-3.712

-5.083

-4.936

-4.739

Correctie gewijzigde toezichtkader uit saldo

963

1.698

1.492

1.125

Afrondingsverschil primitieve begroting

4

1

0

-1

Start Begroting 2023-2026

-2.745

-3.383

-3.444

-3.615

Ontwikkelingen na de kadernota:

1. Meicirculaire 2022

Bijstelling Algemene uitkering Meicirculaire

3.843

4.574

5.370

2.035

Taakmutatie Meicirculaire 2022 boa's

-32

-32

-32

-32

Buffer verschil indexatie

-1.500

-1.500

-1.500

-1.500

Subtotaal

2.311

3.041

3.837

503

2. Extra rijksmiddelen Jeugd

Extra rijksmiddelen Jeugd 2024 en verder

412

361

242

Subtotaal

0

412

361

242

3. Nieuwe voorstellen

Inspectie kinderopvang

-10

-10

-10

-10

Verkeersmaatregelen

-15

-15

-15

-15

Integraal huisvestingsplan vernieuwen

-40

Dekking vernieuwing IHP uit reserve

40

Zorgvervoer jeugdhulp

-60

-60

-60

-60

Kosten adviesraad sociaal domein

-6

-6

-6

-6

Kosten Lisse 825 jaar

-80

Dekking kosten Lisse 825 jaar uit reserve

80

Bijstelling begroting SOZ

-312

-291

-293

-296

Subtotaal

-403

-382

-384

-387

4. Actualisatie begroting

Technische aanpassingen

Actualisatie kapitaallasten

445

24

-6

168

Actualisatie dividend

86

86

86

86

Actualisatie rente langlopende leningen

0

0

0

172

Actualisatie reserves accommodatiebeleid en onderwijshuisvesting

650

259

252

-35

Actualisatie afval

157

323

331

331

Actualisatie riolering

118

180

199

215

Correcties

Verlaging onttrekking reserve RIF

-139

-139

Kleine aanpassingen

-27

-26

-25

-25

Bijstellen raming arbeidsparticipatie

-221

-236

-219

-204

Bijstelling begroting HLTsamen

-112

-122

-122

-122

Subtotaal

958

350

497

586

Stand Begroting 2023-2026

121

38

868

-2.672

Minus incidentele uitgaven en inkomsten

1.014

1.605

1.458

1.171

Stand Begroting 2023-2026: structureel evenwicht

-893

-1.567

-590

-3.843

De stand van de Kadernota 2023 wordt gecorrigeerd door een tweetal posten. Ten eerste hebben we het effect van het gewijzigde toezichtkader uit het saldo gehaald, omdat dit effect geen invloed heeft op het gewone saldo van de begroting, maar op het structureel evenwicht (zie hiervoor verder de toelichting op de incidentele baten en lasten). Daarnaast waren er wat kleine afrondingsverschillen. Deze hebben we gecorrigeerd, zodat de cijfers uit begroting in één opslag aansluiten op de rest van de Begroting 2023-2026.

Ontwikkelingen na de Kadernota 2023-2026
 
1. Meicirculaire 2022

 Bedragen x € 1.000, - is een nadeel

2023

2024

2025

2026

1. Meicirculaire 2022

Bijstelling algemene uitkering

3.843

4.574

5.370

2.035

Taakmutatie Meicirculaire 2022 boa's

-32

-32

-32

-32

Buffer verschil indexatie

-1.500

-1.500

-1.500

-1.500

Subtotaal

2.311

3.074

3.870

535

 
De uitkomst van de Meicirculaire van het jaar waarin de begroting wordt opgesteld, is leidend voor het opstellen van de begroting. Bij de behandeling van de Kadernota 2023-2026 bent u geïnformeerd over de uitkomsten van de Meicirculaire 2022 en de gevolgen daarvan voor de verwachte inkomsten vanuit de algemene uitkering van het Rijk. Dit laat in alle jaren een positief effect zien. Ten opzichte van de uitkomsten van de Meicirculaire 2022 is het bedrag voor 2023 afgerond € 232.000 hoger uitgevallen als gevolg van een wijziging in de berekening.

Het voorstel is om de extra middelen voor boa's (structureel € 32.317) te reserveren in de begroting voor verdere professionalisering van het boa-bestel en de boa-functie. Dit is in lijn met de brief van de minister van Justitie en Veiligheid van juni 2022. Over de verdere inzet wordt u nog verder geïnformeerd.

Zoals ook bij de behandeling van de kadernota is toegelicht, houdt de Meicirculaire 2022 rekening met een sterke groei van het accres door prijsontwikkeling en de effecten van hogere rijksuitgaven vanaf 2023 (gemiddeld 6,75% in de periode 2023 tot en met 2025). Vanaf 2026 wordt het accres landelijk vastgelegd op € 1 miljard boven op de stand bij de Miljoenennota 2022. Daarnaast wordt vanaf 2026 weer rekening gehouden met de opschalingskorting. Dit zorgt voor een enorme financiële opgave voor gemeenten in 2026. De VNG is in gesprek met het Rijk gestart over dit financiële ravijn. In afwachting daarvan streven wij, vooralsnog, niet naar een structureel sluitende begroting in dat jaar.

Buffer prijsontwikkelingen

De inflatie ontwikkelt zich hard op dit moment in Nederland en de rest van de wereld. Kosten van allerlei zaken en producten worden in een rap tempo duurder. Op basis van de uitgangspunten die bij de Kadernota zijn benoemd, hanteren wij voor materiële budgetten een prijsindex van 2,5%. De werkelijke indexatie valt veel hoger uit. Daarom is het voorstel om € 1,5 miljoen te reserveren om het verschil in indexatie op te vangen. Indien nodig kunnen dan ook schommelingen in de verwachte rijksuitgaven en dus het acces beter worden opgevangen. De stelpost van € 1,5 miljoen is als volgt opgebouwd:

  • De kosten voor elektriciteit van de openbare verlichting zijn variabel en op basis van de werkelijke kosten tot en met augustus 2022 verwachten we dat deze kosten tussen de € 300.000 - € 400.000 hoger uitvallen dan begroot in 2022. De kans is reëel dat in 2023 de prijzen gelijk blijven of nog verder doorstijgen.
  • De totale begroting bestaat voor ongeveer 15% uit materiële budgetten die met een prijsindex van 2,5% geïndexeerd zijn volgens de uitgangspunten uit de kadernota. De indexatie in de algemene uitkering is 6,75% om de begroting verder te verhogen, is er € 360.000 per jaar nodig om een reële begroting te blijven hanteren.
  • Ongeveer 50% van onze begroting bestaat uit bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen en andere verbonden partijen. Onze inschatting is dat 70% van deze kosten uit personeelsbudgetten bestaan en voor de overige 30% is het advies om een bedrag van € 420.000 te reserveren.
  • De cao voor het personeel van gemeenten loopt tot en met 2022. De verwachting is dat als gevolg van een nieuwe cao de uitgaven voor personeel bij de gemeenten, HLTsamen en andere gemeenschappelijke regelingen zullen stijgen. Elke 1% salarisverhoging die wordt afgesproken, leidt dit tot een stijging van de uitgaven van € 250.000.

2. Extra rijksmiddelen voor tekorten Jeugd

Bedragen x € 1.000, - is een nadeel

Bedragen x € 1.000           - = nadeel

2023

2024

2025

2026

2. Extra rijksmiddelen Jeugd

Extra rijksmiddelen Jeugd 2024 en verder

412

361

242

Subtotaal

0

412

361

242

Het Rijk en de gemeenten (VNG) spraken in mei 2019 af een onderzoek in te stellen om te bepalen of, en zo ja in welke mate, gemeenten structureel aanvullende extra rijksmiddelen nodig hadden voor de jeugdzorg. Omdat zij na dit onderzoek niet tot overeenstemming kwamen over extra financiering van het Rijk, werd het vraagstuk voorgelegd worden aan een commissie van wijzen (vergelijkbaar met arbitrage). Deze arbitragecommissie heeft in juni 2021 semi-bindende uitspraak gedaan. Het kabinet volgt de uitspraak van de arbitragecommissie en heeft een toezegging gedaan voor een rijksbijdrage in 2022 van € 1,8 miljard. In de Begroting 2022 is in het meerjarenperspectief structureel rekening gehouden met 75% van de toegezegde middelen.

Vooruitlopend op aanvullende afspraken tussen gemeenten en het Rijk heeft de toezichthouder (de provincie Zuid-Holland) gemeenten toegestaan om voor de jaren 2024-2026 een stelpost van 25% op te nemen met de verwachte extra rijksmiddelen voor Jeugd op te nemen. Lisse volgt de lijn van de toezichthouder en heeft in de begroting nu het totale bedrag aan toegezegde extra middelen opgenomen voor Jeugd.

3. Nieuwe voorstellen

Bedragen x € 1.000, - is een nadeel

Bedragen x € 1.000           - = nadeel

2023

2024

2025

2026

3. Nieuwe ontwikkelingen t.o.v. kadernota

Inspectie kinderopvang

-10

-10

-10

-10

Verkeersmaatregelen

-15

-15

-15

-15

Integraal huisvestingsplan vernieuwen

-40

Dekking vernieuwing IHP uit reserve

40

Zorgvervoer jeugdhulp

-60

-60

-60

-60

Kosten adviesraad sociaal domein

-6

-6

-6

-6

Kosten Lisse 825 jaar

-80

Dekking kosten Lisse 825 jaar uit reserve

80

Indexatie begroting jeugdhulpverlening

-312

-291

-293

-296

Subtotaal

-403

-382

-384

-387

In de Programmabegroting 2023-2026 doet het college een voorstel voor een incidenteel budget voor het vernieuwen van het Integraal huisvestingsplan Onderwijs (IHP) en voor het jubileum Lisse 825 jaar. Het doet verder vier voorstellen voor structurele middelen voor inspectie kinderopvang, verkeersmaatregelen, zorgvervoer jeugdhulp, kosten adviesraad sociaal domein en indexatie van de begroting jeugdhulpverlening.

- Inspectie kinderopvang
De kosten van inspecties kinderopvang stijgen. Dat komt door een uitbreiding van het wettelijke toezicht op gastouders. Hiervoor heeft de gemeente een bedrag ontvangen in het gemeentefonds via de Decembercirculaire 2021 (€ 6.402). Daarnaast stijgen de tarieven van de GGD-inspecties dermate hard dat het huidige budget wordt overschreden.

- Verkeersmaatregelen
Het gaat hier om uitgaven die gedaan worden voor de bevordering van verkeerseducatie, landelijke VVN campagnes en kleine maatregelen ter bevordering van de verkeersveiligheid in Lisse.

- Integraal Huisvestingsplan
Lisse heeft een verouderd IHP. Het is belangrijk dat er een nieuw IHP komt, omdat er de komende jaren grote investeringen op de agenda staan. Het voorstel is om hiervoor een externe gespecialiseerde partij voor in te huren. Deze kosten worden gedekt vanuit de reserve 'Onderwijshuisvesting'.

- Zorgvervoer jeugdhulp
De bekostiging van het jeugdhulpvervoer verliep voorheen via de begroting van Tijdelijke Werkorganisatie Zorg (TWO) (nu Serviceorganisatie Zorg). Er werd afgerekend via een solidariteitsmodel. Dit solidariteitsmodel is losgelaten. Daarom is besloten dit vervoer niet meer via de begroting TWO af te rekenen, maar via de eigen gemeentelijke begrotingen. De grondslag van dit vervoer is vastgelegd in de verordening jeugdhulp en de bijbehorende nadere regels jeugdhulp.

- Kosten adviesraad sociaal domein
Afgelopen jaren is de begroting van de adviesraad sociaal domein Lisse onvoldoende realistisch in de gemeentelijke (meerjaren)begroting gezet. Dat komt doordat in 2021 op aangeven van de auditcommissie de presentievergoeding met € 3.000 is verlaagd. Voor de begroting wordt een structureel budget van € 5.700 geraamd.

- Lisse 825 jaar
In 2023 bestaat Lisse 825 jaar. In 1998 vierde de gemeente haar 800-jarig bestaan: een verjaardag die is terug te voeren op een document uit 1198 waarin de naam van het dorp voor het eerst officieel wordt genoemd als Lis. Het gemeentebestuur van Lisse wil aandacht besteden aan het 825-jarig bestaan van het dorp en wil dit met onze gemeenschap vieren. De raming bestaat uit kosten voor projectbegeleiding en activiteiten in 2023. Deze kosten worden gedekt vanuit de algemene reserve.

- Indexatie begroting jeugdhulpverlening
Van de Serviceorganisatie Zorg (SOZ, nu nog TWO) hebben we in de zomer een nieuwe begroting ontvangen voor de kosten van jeugdhulp. Hierin zijn de indexaties voor 2023 en verder zijn verwerkt volgens het afgesproken toezichtskader. In de Kadernota 2023-2026 was alleen de bijstelling van de kosten verwerkt op basis van de realisatie 2021.
 
4. Actualisatie begroting

Bedragen x € 1.000, - is een nadeel

Bedragen x € 1.000           - = nadeel

2023

2024

2025

2026

4. Actualisatie begroting

Technische aanpassingen

Actualisatie kapitaallasten

445

24

-6

168

Actualisatie dividend

86

86

86

86

Actualisatie rente langlopende leningen

0

0

0

172

Actualisatie reserves accommodatiebeleid en onderwijshuisvesting

650

259

252

-35

Actualisatie afval

157

323

331

331

Actualisatie riolering

118

180

199

215

Correcties

Verlaging onttrekking reserve RIF

-139

-139

Kleine aanpassingen

-27

-26

-25

-25

Bijstellen raming arbeidsparticipatie

-221

-236

-219

-204

Bijstelling begroting HLTsamen

-112

-122

-122

-122

Subtotaal

958

350

497

586

- Actualisatie kapitaalslasten
Het investeringsplan is geactualiseerd op basis van de realisatie bij de Programmarekening 2021 en de voortgang in 2022. Dit heeft geleid tot lagere afschrijvingen en rentelasten in 2023. In 2026 wordt een daling van de kapitaalslasten verwacht: de hoeveelheid investeringen die dan volledig zijn afgeschreven, zijn vooralsnog lager dan de kapitaallasten van de nieuwe investeringen.

- Actualisatie dividend
De grondslag voor de raming van het dividend in de meerjarenbegroting is het ontvangen dividend in het huidige begrotingsjaar. Dit levert een voordeel op van € 86.474.

- Actualisatie rente langlopende leningen
Op basis van de huidige leningenportefeuille verwachten we € 171.659 minder rente te hoeven betalen in 2026. Dat komt door aflossingen op de leningen.

- Reserves accommodatiebeleid en onderwijshuisvesting (IHP)
De kapitaalslasten die gedekt worden uit deze reserves, zijn geactualiseerd op basis van de laatste inzichten. Dit leidt tot een gewijzigde onttrekking aan deze reserves in de jaren 2023 tot en met 2025.

- Kostendekkende tarieven afval en riolering
Voor het berekenen van de tarieven voor afval en riolering hebben we alle kosten en opbrengsten rondom deze twee onderwerpen geactualiseerd. Bij de riolering houden we rekening met het nieuwe plan dat in het najaar door de raad wordt vastgesteld. De verwachte stijging van de kosten van afval en riolering leidt tot een stijging van de inkomsten uit de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Dit vloeit voort uit het uitgangspunt dat onze tarieven 100% kostendekkend zijn. Bij de berekening van kostendekkende van de tarieven houden we ook rekening met indirecte kosten (onder andere overhead en btw), die als een percentage afhankelijk zijn van de hoogte van de directe kosten. Zo is de btw die wordt toegerekend 21% van het totaal van de directe kosten en de overhead 12,8%. De hogere kosten zorgen ervoor dat we ook meer indirecte kosten kunnen toerekenen aan afval en riolering. Hierdoor ontstaan voordelen op het totale begrotingssaldo. Dit is een standaardmethodiek binnen gemeenten voor het berekenen van kostendekkende tarieven. Voor de ontwikkelingen rond afval en riolering verwijzen wij naar de paragraaf 'Lokale heffingen'.

- Reserve Regionaal Investeringsfonds
Bij de Kadernota 2023 is gemeld dat de bijdrage aan Holland Rijnland voor het Regionaal Investeringsfonds (RIF) verlaagd wordt in de jaren 2023 en 2024. Dit leidt ook tot een lagere onttrekking aan de reserve RIF, maar dit is niet in de Kadernota 2023 verwerkt. Na de wijzigingen in 2023 en 202 valt het resterende saldo in de reserve vrij bij de 2e Tussentijdse rapportage 2022.

- Kleine aanpassingen
In de begroting hebben we een aantal kleine aanpassingen gemaakt van gemiddeld € 26.000 per jaar nadelig. De grootste wijzigingen zijn dubbelgeraamde renteopbrengsten (€ 5.500), hogere bankkosten (€ 2.800), indexatie lonen en salarissen 2022 die niet structureel is verwerkt (€ 7.900) en hogere kosten van de marktmeester (€ 5.000).

- Bijstellen raming arbeidsparticipatie
In de begroting van Lisse hielden we altijd rekening met het gegeven dat Provalu (voorheen MareGroep en Servicepunt Werk) aan het einde van het jaar vaak geld overhoudt. Dit legde onnodig druk op onze begroting. Met ingang van de begroting 2023 is de begroting van Provalu structureel lager. Wij denken dat de ramingen nu dermate scherp zijn dat dit niet meer gaat gebeuren. Daarom stellen we voor om deze stelpost te laten vervallen.

- Bijstelling HLTsamen
Bij het opstellen van de Kadernota 2023 van Lisse is per abuis niet het volledige bedrag meegenomen. Door deze raming aan te passen, sluit de begroting 2023 van HLTsamen weer aan op de begroting 2023 van Lisse.

Stand Begroting 2023-2026: Structureel evenwicht 2023-2026

Bedragen x € 1.000, - is een nadeel

Bedragen x € 1.000           - = nadeel

2023

2024

2025

2026

Stand Begroting 2023-2026

-112

38

868

-2.672

Minus incidentele uitgaven en inkomsten

1.014

1.605

1.458

1.171

Stand Begroting 2023-2026: structureel evenwicht

-1.126

-1.567

-590

-3.843

Door het begrotingssaldo 2023 -2026 te salderen met de incidentele uitgaven en inkomsten, berekenen we het structurele financiële meerjarenperspectief 2023-2026. De conclusie is dat het jaar 2023 structureel en materieel nog niet in evenwicht is. We voldoen hiermee nog niet aan het Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader (GTK 2020 Gemeenten) van de provincie voor repressief toezicht (achteraf).

Voor een specificatie van de incidentele uitgaven en inkomsten verwijzen wij naar het onderdeel 'Overzicht van incidentele baten en lasten' in de financiële begroting.

Bij de behandeling van de Kadernota 2023-2026 is toegezegd dat gewerkt wordt aan bezuinigingsvoorstellen om in ieder geval te komen tot een structureel sluitende begroting voor 2023. Deze voorstellen worden in de 2e Begrotingswijziging 2023 aan de raad voorgelegd.

Deze pagina is gebouwd op 12/21/2022 15:37:12 met de export van 12/21/2022 15:32:11